Burn-out/ Bore-out/ Drop-out
Typerende oorzaken van burn-out klachten bij hoogvliegers & vreemde vogels zijn*1;
Actief moeten zorgdragen
Je steeds moeten aanpassen aan veranderingen
In je eentje moeten doorzetten zonder flow
In competitie moeten met anderen
Onzekerheid hebben over je inkomen
Veel met kennisdetails bezig moeten zijn
In een sfeer van strategie, macht en politiek moeten werken
Moeten organiseren op hoofdlijnen, het overzicht houden
Veel administratieve details moeten invullen
Moeten verkopen en overtuigen
Bekende bore-out oorzaken zijn de volgende situaties of combinaties daarvan*1:
Problemen niet praktisch mogen oplossen
Artistieke creativiteit niet mogen gebruiken
Niet buiten de kaders mogen denken
Teveel alleen moeten werken
Een goede sfeer missen
Niet belangrijk zijn, geen positie hebben
Kennis niet mogen uitvlooien tot in de kleinste details
Geen maatwerk mogen leveren voor mensen
Letterlijk niet gezien worden en niet mogen optreden voor een publiek
Geen volle verantwoordelijkheid mogen dragen
Niet zelfstandig en autonoom zijn
Niet competitief mogen zijn
Geen onderdeel zijn van een hecht team met duidelijke doelen.
De risicoleerling (drop-out)*2
-is erg gevoelig en creatief.
-Hij wordt niet gemotiveerd door schoolse taken.
- Hij heeft een negatief zelfbeeld: isoleert zichzelf, verstoort situaties, bekritiseert zichzelf en anderen, voelt zich snel aangevallen of afgewezen.
- Hij is een absolute onderpresteerder en presteert gemiddeld of minder.
- Hij voelt zich op school niet betrokken en er is een risico dat hij het onderwijs zonder diploma verlaat.
- Hij vertoont negatief gedrag zowel thuis als op school.
De positieve kenmerken van begaafdheid laten zich steeds minder zien. Alleen hobby’s maken nog talenten zichtbaar. Het is belangrijk om de potentiële talenten van deze leerling te blijven zien en hem dit te laten weten. Blijf in contact want hij wil vaak nog wel werken voor de relatie. Ouders hebben regelmatig gezinsbegeleiding nodig en goede communicatie tussen ouders en school is essentieel. Vaak is er intensieve externe begeleiding nodig en moeten leerervaringen buiten de klassensituatie om worden geboden. Dit heeft een kans van slagen als de leerling zelf betrokken is bij zijn eigen uit te zetten pad.
*1 Kerntalentenmethode, Danielle Krekels www.coretalents.be
*2 De profielen van hoogbegaafde leerlingen https://pharosnl.nl/de-profielen-van-betts-neihart/
Belemmerende overtuigingen.
Ruim negatieve gedachten op.
We zoeken allemaal naar geluk. Het ligt dichterbij dan we denken. Alles wat we zoeken en willen, dragen we namelijk al bij ons. Maar soms zitten we vast in belemmerende (gedachten)patronen die zorgen voor stress, verdriet en een ongelukkig gevoel.
Wat zijn kindconclusies?
Van jongs af aan trekken we conclusies over onszelf, de wereld en onze plek daarin. Zogenaamde kindconclusies. Een kindconclusie is zo getrokken – en dat heeft grote gevolgen in het latere leven. Want ook ver na onze kindertijd blijven de kindconclusies ons gedachten influisteren over wie we zijn en hoe we ons moeten gedragen om geliefd en succesvol te zijn. We zijn geneigd die gedachten te geloven, alleen al omdat we eraan gewend zijn geraakt. Want wat je als kind dacht, is niet per se waar.
Je herkent ze vast, de gedachtenpatronen die zo nu en dan oppoppen;
‘ik hoor er niet bij’
‘ik doe het niet goed genoeg’
‘Ik kan maar beter doen wat ze willen’
‘Als ik maar controle over het leven had’
‘Is alles netjes? Perfect eigenlijk?’
Deze gedachten kunnen al ontstaan zijn in de buik bij je moeder tot aan je kindertijd. Deze zogenaamde kindconclusies hebben we allemaal, daar ontkom je niet aan.
De kindconclusie gedachten zijn er niet voor niets, ze helpen je ook verder in het leven en brengen daardoor iets positiefs.
Alleen als de herhalende gedachten je belemmeren in je volwassen leven, dan mag je er iets mee gaan doen. De eerste stap is je gevoelens en/of terugkerende gedachten te herkennen waarmee je jezelf onder druk zet. Je herkent ze vaak aan de woorden ‘altijd’ en ‘nooit’. Zo kom je op het spoor van de conclusies uit de eerste uren, dagen of jaren van je leven. Vragen die je aan jezelf mag stellen, heb ik deze gedachten nog nodig? brengt het mij nu ergens? zijn deze negatieve gedachten waar? geloof je wat je denkt?
Komen één of meer van de volgende situaties jou bekend voor?
– Het lukt je maar niet om dat ene project af te ronden. Hoe langer het duurt, hoe onzekerder je wordt.
– Steeds weer beland je in dezelfde discussie met je partner: hij/zij begrijpt er ook niets van!
– Je hebt vaak het gevoel dat je (altijd) alles alleen moet doen. Graag zou je hulp krijgen, maar je durft het niet te vragen.
– Regelmatig houd je je in, zeker in gezelschap. Je zou jezelf wat meer willen laten gaan, maar je bent bang wat mensen vinden.
– Het lijkt wel of je altijd op je hoede moet zijn. Je houdt alles goed in de gaten, want je wilt niet verrast worden.
Dit zijn typisch taferelen die voortkomen uit kindconclusies. Kenmerkend is dat het gaat om steeds dezelfde, terugkerende problemen. Dit wijst op een onderliggend patroon. Zodra je weet welke patronen ten grondslag liggen aan jouw reacties en gedrag, dan kun je nieuwe wegen bewandelen.
Ruim negatieve gedachten op.
De Grote Schoonmaak vindt plaats als je je eigen patronen leert kennen. Want dan weet je welke beperkingen voortvloeien uit jouw kindconclusies en dan kun je jezelf losmaken van datgene wat je tegenhoudt om zelfverzekerd, succesvol en gelukkig te zijn.
